Schinveldse Bossen

Schinveldse Bossen

Welkom in natuurgebied de Schinveldse Bossen

Hier bevindt zich het grootste bosgebied dat aaneengesloten is in Zuid-Limburg. Het bos gaat stapsgewijs over in vochtige graslanden die langs de beek liggen.

Over het gebied de Schinveldse Bossen

Op enkele plaatsen komt bodemwater aan de oppervlakte. Veroorzaakt door twee dikke ondoorlaatbare kleilagen in de bodem. Het bos wordt hier en daar onderbroken door landbouwgronden en groeven die door klei afgravingen zijn ontstaan.

De natuur van de Schinveldse Bossen in de toekomst

De natuur wordt door Natuurmonumenten beschermd en beheerd in Nederland. Voor zowel vandaag de dag als voor de toekomst. Daarom maakt Natuurmonumenten visies op de natuur voor meerdere jaren. Dit doen zij ook voor de natuurgebieden Schinveldse Bossen en Dal van De Rode Beek.

De bossen in de Schinveldse Bossen

De naaldbossen in het noordelijke deel liggen op zandgrond. Deze zijn aangeplant rond 1900. Aan de aanwezigheid van struikheide is te zien dat hier voor die tijd heide was. En ook door de talrijke blauwe bosbessen. Kaarsrechte wegen en afwateringgreppels lopen door het bos toen dit het gebied werd aangewend als productiebos. De grove dennenbossen vormt Natuurmonumenten om tot natuurlijkere loofbossen. De wandelpaden zijn in het oosten en zuiden smaller en kronkeliger. De bodem van de eeuwenoude loofbossen die hier liggen bestaat uit löss.

Het eiken-beukenbos

Wilde kamperfoelie groeit in het eiken-beukenbos. Voor de kleine ijsvogelvlinder is dit de voedselplant, die langs de bosranden voorkomt. De bessen van de plant worden in de winter door diverse vogels gegeten, onder andere de kramsvogel. allerlei soorten roofvogels broeden in het bos. De vos, steenmarter, de zeldzame boommarter en ree zijn zoogdieren die hier veel voorkomen. De bosbodem is in de lente bezaaid met de violetblauwe bloemen van de kleine maagdenpalm. In de herfst vindt u er unieke paddenstoelen zoals de gele stekelzwam en de oorlepelzwam.

De Kleiafgraving

Er liggen een paar oude groevecomplexen in het bos waarvan een aantal diepe bakken hebben met steile wanden. Deze groeven zijn door kleiafgraving ontstaan. Reeds in de Romeinse tijd was Schinveld bekend om haar goede aardewerk. Archeologische vondsten uit de Romeinse tijd en de vroeg-Keltische tijd kunt u zien in het gemeentehuis van Schinveld. De bruine kiekendief, dodaars en de oeverzwaluw broeden in de rietzomen bij de groeven. De klei afgravingen zijn ook voor libellen belangrijk, want zij houden van ondiep water en een gevarieerde oevervegetatie. Er bevinden zich rondom de Grote Allee twintig soorten oevervegetatie, waaronder de weinig voorkomende bruine winterjuffer. Daarnaast leven er veel reptielen en amfibieën bij de groeven. Onder andere de vinpootsalamander en de hazelworm.

Voormalige es

Daar waar de kleilagen zich dieper in de bodem bevinden, liggen weilanden en akkers. Het Boschveld is een vroegere es die zo goed als omsloten is door bos. Dit deel werd al In de Romeinse tijd gebruikt als landbouwgrond. In het begin van de twintigste eeuw werd er nog landbouw bedreven. Hier groeiden toen hier veel akkerkruiden en akkeronkruiden. Veel soorten hiervan zijn verdwenen door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De kruiden die hier nog wel te vinden zijn, zijn de akkerleeuwenbek, de gele ganzenbloem en de gewone margriet. In het Boschveld broeden nachtzwaluw, roodborsttapuit en tapuit. Vleermuizen houden ook van dit halfopen landschap. De baardvleermuis is een bedreigde soort die in het gebied voorkomt. Voor de toekomst zijn er plannen om het agrarisch gebruik van de landbouwenclaves te stoppen om een natuurgebied te ontwikkelen met behoud van het halfopen karakter.

Schinveldse es

De Schinveldse es is een akkercomplex in het midden van de weidse bossen van Natuurmonumenten. Deze roggeakker wordt op de ouderwetse wijze bewerkt. Samen met Museum Nonke Buusjke heeft deze ouderwetse bewerking een hoge cultuurhistorische waarde.

Het zweefvliegveld

In het noorden ligt het Leiffenderveld dat vanaf 1974 gebruikt wordt als zweefvliegveld. Ten noorden en ten oosten van dit zweefvliegveld liggen belangrijke drassige schraalgraslanden met allerlei soorten zoals blauwe moerasviooltje, wateraardbei en zegge,. Westelijk van het zweefvliegveld ligt een open weidegebied vanwaar het karakteristieke kerkje van Gangelt te zien is. In het begin van de twintigste eeuw bestond een groot gedeelte van de Schinveldse Bossen nog uit heide en hellingveen. Een klein gedeelte daarvan is maar overgebleven. Noordelijk van het vliegveld ligt een stuk droge heide met tormentil en pilzegge. Oostelijk van de Bergenboschvijver ligt een gebied vochtige heide. Dophei, echt duizendguldenkruid en padderus groeien hier. Schapen begrazen de heide zuidelijk van deze oude groeve.

De natuurlijke beekdalen

In het noorden worden De Schinveldse Bossen begrensd door het beekje de Rodebach. Afwatering van dit natuurgebied verloopt via de Ruscherbeek die in de Rode Beek uitmondt. Diep in het landschap liggen deze beide beken en houden niet hun natuurlijke loop aan. De beekloop van de Ruscherbeek is bij de zweefvliegbaan om de landingsbaan heen gelegd. Het is de bedoeling om een verbinding aan te leggen tussen de Schinveldse Bossen en het Dal van de Rode Beek. Hierin spelen de beekdalen van de Ruscherbeek, de Rodebach en de Rode Beek een belangrijke rol.

Aanvullende informatie

Honden mogen mee, maar moeten wel aangelijnd zijn